Peugeot

Quand on aime, on est en danger

Hij draagt de naam Francis Riccardo Claude Dumatin, maar in dit verhaal noem ik hem gewoon bij zijn derde naam: Claude. ‘Kloot’ met een stemloze dentale ‘d’ als je het goed uitspreekt in het Frans. Om de simpele reden: hij had er maar één meer. Grof? Nee. Waarom? Omdat het een feit is. En omdat ik dat kan, omdat ik de narrateur van dit kortverhaal ben.

En plus wind ik er geen doekjes om, geen witte alleszins. Je zou ervan verschieten hoe snel uitlaatgassen aan objecten kunnen kleven. Ah, de geur van nafte. Het geluid van de motor. De peugeot 406 dwars door de Champs Elysées. Veel te straf verlicht, zoals altijd, évidemment. Dat ik mij daar een boete knalde was gelukkig maar een opgelichte droom. Ik werd wakker, nat in het zweet. Niet mijn zweet, besefte ik. Ik keek naar Claude, voor zover dat kon in het donker. Hij had zo vaak van die extreme vapeurs midden in de nacht. God weet waarom. Enfin, ik bleef niet langer liggen in het goedje, ging op de tast naar mijn pantoffels, doolde de trap af en voelde hoe de koude lucht langs mijn plakkerige binnendijen schuurde. Ik besloot om een plons te nemen in ons nieuw aangelegd zwembad.

Sin City - pool scene

‘De koffie is koud’ bromde Claude. Ik keek hem liefelijk aan en duwde de knop van de waterkoker nogmaals in, gaf hem een kus op zijn voorhoofd en ging voor hem aan tafel zitten. Ochtenstond had zelden goud in de mond hier thuis. Geen van beiden waren duidelijk ochtendmensen, dat wisten we. Ik hield van hem. Ik hield zoveel van hem. Deels Frans en deels Italiaans bloed. Diepbruine ogen en curieus lange wimpers voor een man, wat hem dat tikkeltje nog meer interessant maakte. Jammer alleen van de steroïden. Hij was hij niet langer dezelfde. Enfin, het was duidelijk dat mijn geliefde wist dat ik het bed verlaten had afgelopen nacht. Onmacht brandde door zijn lichaam, dat weet ik, dat zag ik. Maar ik zweeg wijselijk, schonk hem nog een kop hete koffie in en at mijn croissant op.

Ik draai de tijd even drie jaar terug naar de Euro Fitness in Comines. Ik deed mijn vaste 15 minuten op de chest press machine terwijl hij gewichten van 30 kg per arm easy peasy ophefte. Oh, ik had hem in mijn vizier, wat een armen, wat een rug. Hij deed alsof hij het niet merkte. Stoefer. Toen ik de fitness verliet, kwam hij me achterna. ‘Bonita!’ riep hij. Zijn jachtseizoen was open. Na wat geflirt in de fitness gingen we daten. Claude kwam me oppikken na mijn werk aan het Heilig Hart Ziekenhuis in Roeselare. Ik werkte praktisch altijd de late shifts. 21U stipt zag ik zijn witgelakt geliefde carrosserie op de oprit staan. Hij kwam nooit te laat. Een echte gentleman. Bij het instappen, keek hij mij aan met die onbezonnen blik die ik moeilijk kon weerstaan. En plus had hij zijn Armani trui aan. Goddelijk. Bref, we hadden eerst nog seks in zijn Toyota Corolla vooraleer we een burger gingen steken. Hij was meer voor dat Jap automateriaal. Gisterenavond zaten we er terug. Ik likte mijn lippen af en stifte ze opnieuw. Bloedrood. Louis Vuitton. Hij vroeg de rekening en gaf de serveerster een dikke fooi, zoals altijd. Kluiten had hij zeker. Wat een beest zat er voor mij, letterlijk. Zijn aderen sprongen bijna uit zijn biceps, om nog maar te zwijgen van zijn triceps. Dat goedje deed hem duidelijk geen deugd, dat wist ik toen al.

Bruusk stond hij op, ruimde de tafel af en kwam op me toegestapt, kuste mijn lippen en verliet de keuken. ‘Ti amo’ riep hij me toe vanuit de gang en trok de deur achter zich dicht. De opgezette uitlaat van zijn Toyota Corolla bromde, de geur van nafte zinderde. En na exact 11 seconden was dat unieke geluid vedwenen. Dat familiair gevoel maakte mij deels kalmer ergens in mijn bezorgdheid. Zijn dealer was zijn God. Ik zijn vrouw, dat moest ik apart leren zien, had hij mij uitgelegd. Misschien was ik te koppig om het te willen snappen. Mijn moeder zei me ooit: “Meissie, ware liefde, dat is zoals het leven zelf, dat overkomt u maar ene keer.” Ik trok mijn kleren uit, dook in het nieuw aangelegde zwembad, blies mijn laatste krachten uit en vond eindelijk rust.

Bad boys

BAD BOYS IN TOWN. Weekend is the time you have and thus, make for your family. After an hour-long parlé with my grannies, I kissed them classicly with quatre bisous bye bye and turned into the street, untill I was drawn to this white lion. Totally bouche bée, I was. Even my grand dad was impressed by the french craftsmanship. (High five, grand dad!) Mon Lion! Where’s the shining owner?

PEUGEOT 308cc. I know it’s not the Peugeot 406 from the TAXI movies from Luc Besson, but when a white Peugeot hits my route, I cannot not think of Marseille and its heavenly port and atmosphere. It makes me want to just drive, explore and feel free, independent and fucking good. Bref, j’accelère.

Peugeot 308cc_Marseille feeling

 Marseille Express à votre service.
TAXI 4

Peugeot selfie with my Peugeot casquette on